Als je kinderen hebt of met ze werkt, dan houd je de ontwikkeling van hen in de gaten. Je weet dat er bepaalde mijlpalen zijn: kunnen zitten, kruipen, lopen, praten enz. De mijlpaal kruipen is voor begeleiders een hele interessante. Als een kind later in de ontwikkeling een leerprobleem of achterstand blijkt te hebben dan wordt er vaak teruggevraagd naar motorische aspecten van de ontwikkeling waarbij de eerste meestal is: heeft het kind gekropen?

Waarom?

Nou omdat het kruipen meerdere vaardigheden ontwikkelt en belangrijke breinverbindingen tussen beide hersenhelften aanlegt. Het is een gekruiste beweging die kinderen maken (je ene arm beweegt zich tegenovergesteld aan de andere en voor je benen geldt op dat moment hetzelfde. Dus er zijn op hetzelfde moment meerdere lichaamsdelen een gekruiste beweging aan het uitvoeren. Tevens leert een kind dan ook continu kijken naar waar hij of zij de handen neerzet (dichtbij) en het doel – een speeltje bijvoorbeeld- waar het kind naar toe kruipt (verder weg).
Hoe langer een kind kruipt, hoe beter die bewegingen worden ingeslepen en hoe steviger de basis in het brein wordt gelegd. Dit is een basis die nodig is om steeds te kunnen schakelen tussen beide hersenhelften. In elk deel van je brein zitten andere vaardigheden en kennis die je nodig hebt om te leren.

zelfgetekend bovenaanzicht van het brein

Zwemmen en fietsen zijn dus ook van die vaardigheden waarbij je lijf op hetzelfde moment meerdere bewegingen uitvoert. Bij lezen, schrijven, spelling en rekenen is dat eigenlijk net zo vergelijkbaar. In je brein zijn dit allemaal losstaande processen die je als kind gaat leren automatiseren. Doordat je met meerdere vaardigheden tegelijk bezig bent schakelt je brein dan (als de motorische ontwikkeling in lijn der verwachting is verlopen) continu en maakt die basis nog steviger waardoor het leren steeds vlotter en goed gaat.

Probleem?

Toch hoeft een kind niet altijd een probleem te ontwikkelen als hij of zij niet of nauwelijks gekropen heeft. Het is echter wel een grote voorspeller dat het leren wat minder soepel zou kunnen verlopen. Het ligt namelijk ook aan een aantal andere oorzaken. Dyslexie of TOS zijn voorbeelden van een leerstoornis. Die kunnen erfelijk bepaald zijn (als er één of twee ouders) een leerstoornis hebben, is de kans aanzienlijk groter dat je dit ook in de loop der jaren ontwikkelt dan wanneer geen van beide ouders een leerstoornis hebben. Ook de omgeving speelt mee. Groeit een kind op in een talige omgeving of in een taal arme omgeving. Groeit een kind op in een oorlogsgebied of in een kansrijk milieu? Al die neven aspecten dragen namelijk ook bij aan hoe vlot een kind zich ontwikkelt. Als een kind niet gestimuleerd wordt om buiten te spelen, (samen) te lezen, als er amper (Nederlands) gesproken wordt wanneer een kind in de nabije omgeving van anderen is, is de kans groot dat het kind zich minder vlot ontwikkelt.

Beweeg en leer

Kortom er zijn dus een aantal essentiële factoren van belang om het leerproces bij een kind volop te benutten. Nu heb ik in dit blog nog lang niet alles benoemt. Ik kan hier nog wel uren over door vertellen maar één ding wil ik je nog wel meegeven. Beweging voor een kind is dus van groot belang om het leren te bevorderen. Lees je dit nu als onderwijsprofessional of praktijkhouder en wil je bewegend leren (meer) toepassen in je begeleiding? Dan is de online training Beweeg en leer- actie in de praktijk wellicht wat voor jou op 22 februari 2022. Die ook gevolgd kan worden van het NPO budget of je scholingsbudget. Zie ik je dan?






afbeelding in de kop is van freepik