Blog begrijpend lezen RT praktijk Inzicht 
Groepstraining Alle teksten de baas

Een muis zit in de bioscoop maar een olifant zit op de stoel voor hem. Na de pauze gaat de muis voor de olifant op de stoel zitten en zegt: ‘Zo nu weet je ook eens hoe dat voelt.’

De clou van de mop

Wat dan? Is de vraag die ik stelde aan mijn leerling. Maar hij kon er geen antwoord op geven. Hij kon het niet voor zich zien en daardoor snapte hij de mop niet. Deze leerling krijgt leesbegeleiding bij mij waar het stukje techniek hem nu nog in de weg zit. Hij is te veel bezig met de techniek van het leren lezen waardoor hij de tekst nog niet goed begrijpt. Bij voorlezen lukt hem dit beter. Maar zelfs nadat ik de mop nogmaals las, begreep hij het nog niet. Ik heb het hem echt uitgelegd.

Zo’n kleine mop is een goede check om te zien of je leerlingen een filmpje of plaatje van de tekst in hun hoofd kunnen maken. Lukt dat niet dan snappen ze niet wat er net (voor)gelezen is. Dus dan snappen ze ook niet wat er op een hele bladzijde staat in een boek, per alinea in een tekst waarbij ze vragen moeten maken of waar ze later een toets over krijgen.

Heb jij dat wel eens gecheckt?

Als je de vaardigheid visualiseren wilt checken, lees dan een zin (of een aantal zinnen) en stop dan even. Op dat moment sluiten de leerlingen de ogen en gaan ze in hun gedachten proberen om het voor zich te zien. Soms duurt het even want sommige leerlingen zijn heel talig ingesteld (denken in woorden) en dan blijft hun hoofd net te lang ‘leeg’/ zwart. Het is fijn voor ze om dit samen te oefenen waarbij de begeleider vragen stelt.

Vragen stellen

Voorbeeld: je hebt net samen een tekst gelezen over 100 jaar luchtvaart in Nederland (een tekst van nieuwsbegrip).
In de derde alinea ging het over het begin van de luchtvaart in Nederland, de eerste luchtvaart tentoonstelling en hoe die verliep.

Vragen:

  • Kun je voor je zien dat er een tentoonstelling is? (na eventuele uitleg van dit woord).
  • Hoe ziet dat eruit? (in de tekst stond dat er 4000 mensen kwamen en zij de vliegtuigen die tentoongesteld werden bezichtigden. Na de tentoonstelling kon men een rondvlucht maken).

Antwoorden die ze kunnen geven:

  • Allemaal vliegtuigen die naast elkaar staan en heeeeeeeeeeeeeeeeeeel veel mensen die ze komen bekijken.
  • Dat sommige mensen op het eind nog gingen vliegen in een vliegtuig.

Het belang van visualiseren

Wat hier boven staat aan antwoorden zijn de feiten die terug te vinden zijn in de tekst. Dat is ook het doel: dat ze de essentie uit de tekst kunnen terugvertellen. Het is zaak om aan te geven dat het NIET de bedoeling is om dingen erbij te fantaseren want die staan niet in de tekst en je wilt ze bij de tekst houden met hun focus.

Ze hebben dan de belangrijkste dingen ‘gezien’ (zich voorgesteld) en kunnen daaraan dan ook de details koppelen (soms met een kort spiek momentje terug naar de alinea).
Een extra tip die je zou kunnen toepassen is dat je de talige tekst ondersteunt met een tekeningetje. Hoe je dat doet, kun je leren in de basisworkshop ‘Ondersteunend tekenen (bij TOS).

Kan een leerling nog niet zo goed visualiseren? Dan is het zinvol om dit vaker te oefenen want visualiseren is nodig voor het leesbegrip en het samenvatten. Ook bevordert het de creativiteit, de fantasie en het inlevingsvermogen.  Bij verhalen in een boek kunnen ze zich beter verplaatsen in de hoofdpersonen en door het visualiseren duiken ze echt het verhaal in. Volwassenen gebruiken de vaardigheid visualiseren vooral om doelen te stellen, dromen te verwezenlijken en natuurlijk net als de leerlingen: te blijven ontwikkelen op het gebied van begrijpend lezen.

Heeft jouw leerling nou ook moeite met visualiseren of begrijpend lezen in het algemeen? Dan is de groepstraining ‘Alle teksten de baas’ voor leerlingen uit groep 5-8 wellicht iets voor hem of haar. In slechts 6 keer 1,5 uur gaan we aan de slag met alle kennis en vaardigheden rondom begrijpend lezen om écht alle teksten de baas te zijn. Visualiseren speelt de belangrijkste rol in deze hele training. Tip jij de ouder(s)?