In onderwijsland ontkomen we er niet aan: veranderingen.

Om altijd maar zo vernieuwend mogelijk les te geven is een interessante gedachte: de wereld verandert dus we moeten mee veranderen qua methodes en leerstijlen. Mee eens.

Maar staan we (onderwijsprofessionals, methode- en toets makers) ook genoeg stil bij wat dit doet met de leerlingen? Zijn de leerlingen wel ‘rijp’ voor deze veranderingen? De leerlingen moeten per vak op de basisschool tegenwoordig al schakelen van aanpak. Dat is heel wat op zo’n jonge leeftijd. 

(Tijd)winst?!

Leerlingen van tegenwoordig groeien op in een digitale wereld. Voor leerkrachten is het een voordeel dat zij minder hoeven nakijken als het werk digitaal gedaan wordt. Met het oog op de hoge werkdruk is dit tijdwinst voor hen.

Echter zijn er nog steeds leerlingen die niet opgroeien met basale computervaardigheden. Ze zijn niet gewend om langere tijd van een scherm teksten te lezen of überhaupt vlot te typen.

Dat blijkt toch altijd maar weer als ze in de midden-/ bovenbouw een werkstuk moeten maken of iets moeten opzoeken. Het kost de meeste leerlingen veel tijd en de grootste moeite.

Hoe kunnen we dan van leerlingen verwachten dat zij ineens hun reken- of spellingwerk (en eventueel een toets) digitaal gaan doen? Dan moeten ze daar zeker eerst wel mee oefenen. Dat kost dan weer tijd in de klas of thuis.
Dus is het wel een verbetering?

Digitaal afnemen, of niet?

Nu de komende weken de halfjaarlijkse cito toetsen weer op de weekplanning staan worden daar ook veranderingen in doorgevoerd namelijk: digitaal toetsen afnemen. Al een paar jaar bestaat dit fenomeen bij de eindtoetsen in groep 8 maar nu dus ook bij de halfjaarlijkse toetsen. Binnen één scholenstichting zijn er op diverse scholen al zoveel variaties zichtbaar, het verschilt écht per school en zelfs per vak.

Als je het mij vraagt zou er een keuze moeten zijn binnen één klas. Geef je leerlingen de keuze (én geef ze de kans om beide variaties te ervaren en te oefenen) want elke kind leert anders, heeft andere talenten en werkwijzen om opdrachten te maken. De één arceert graag in een tekst, de ander leest graag van een scherm. De één wil terug kunnen bladeren en eventueel aanpassen/ verbeteren, de ander kijkt het werk niet meer na. De één is dus gebaat bij een kopieer variant, de ander bij de reguliere papieren versie en de ander bij de digitale variant.

Wake up call,  het is géén aanval

Als remedial teacher hoor ik van verschillende ouders steeds meer deze geluiden. Ik hoop dat -als je dit als onderwijsprofessional leest en er bij jullie digitaal getoetst wordt- je weet hoe jouw leerlingen hiermee werken door ze vooraf hiermee te hebben laten oefenen. Dit is geen aanval op de schoolaanpak maar meer een wake up call want ik maak mij daar af en toe best zorgen over. Los van het feit dat veel kinderen tegenwoordig thuis al veel uren achter een beeldscherm zitten en dit erg slecht is voor de ogen. Kinderen moeten nog veel oefenen met het wisselen in het ver weg en dichtbij kijken voor de ontwikkeling van hun ogen. 

Elk kind leert anders dus ik vind echt dat er per kind ook een keuze moet zijn. Leerlingen die bij mij in de praktijk komen leren een bepaalde aanpak die voor hen werkt. In de klas (voornamelijk tijdens de toetsen) raken ze in de stress omdat het dan niet zo gaat zoals ze gewend zijn. Hoe is dat bij jouw kinderen op school of in jouw klas geregeld? Is er mogelijkheid om aan de gewenste werkwijzen van de leerlingen tegemoet te komen? Heb jij hier al bij stil gestaan? Laat je het mij weten?