Zaakvakken zijn vakken, die op de scholen waar ik werkzaam was in de afgelopen tien jaar (en waarschijnlijk ook op die van jou), in de midden- en bovenbouw redelijk op een eentonige manier worden aangeboden, soms zelfs als zelfstandig verwerken les.
Zet jij bewegend leren wel eens in bij natuur & techniek, geschiedenis of aardrijkskunde? Ik kan mij voorstellen dat je daar niet eerder aan hebt gedacht, maar bewegend leren is bij een aantal onderdelen toch echt wel super geschikt om in te zetten. In eerste instantie schreef ik dit voor jou en werd het een super uitgebreide versie want er vallen veel voorbeelden te delen met jou. Ik heb besloten om in dit blog alleen tips te delen voor het vak aardrijkskunde. In de weken tot aan de zomervakantie volgen ook deel 2 en deel 3 over geschiedenis, natuur, techniek, muziek en kunst.
Alle voorbeelden die ik noem zijn voor zowel groep 1-8 te gebruiken, echter is het natuurlijk de vraag in hoeverre je bezig bent in de onderbouw met aardrijkskunde. Wellicht kom je door het lezen van een voorbeeld op het lumineuze idee om de activiteit met een kleine aanpassing toe te passen voor jouw leerlingen. Hulp nodig? Stuur een berichtje en ik denk graag met je mee.
Thematisch of projectmatig werken
Je kunt het breder trekken door van tijd tot tijd thematisch of projectmatig te werken in de bovenbouw. Dan kun je er ook je talige activiteiten onder wegschrijven én dus ook woordenschat, zinsontleden en woordsoorten toevoegen aan bewegend leren activiteiten.
Houd voor ogen wat bewegend leren inhoud: actief, spelenderwijs en vooral handelend bezig zijn met medeleerlingen, waarbij zoveel mogelijk zintuigen tegelijkertijd worden aangesproken. Je leerlingen zijn dan betrokken en gefocust en leren met en van elkaar. Ik wil nog maar een keer benadrukken dat dat dus niet altijd met z’n dertigen rennend op een schoolplein hoeft te zijn.
Hieronder volgen een aantal tips voor aardrijkskunde en topografie:
- Sorteren
Sorteren is bij uitstek een geweldige activiteit om tijdens bewegend leren in te zetten. Je kunt er alle kanten mee op en vooral om woordenschat begrippen en hun betekenissen bij elkaar te zoeken.
- vertel en teken
Heb je het in de midden- / bovenbouw over de waterkringloop of plattegronden en legenda’s? Laat je leerlingen deze dan eens onderzoeken en (na)tekenen. Terwijl ze tekenen kunnen ze daarover vertellen aan hun maatje. Het maatje mag dan vragen stellen en eventueel aanvullingen doen. Zo leren ze van en met elkaar over dit onderwerp én zijn ze beiden actief (handelend) met de leerstof bezig. Doordat ze aan elkaar vertellen terwijl ze aan het tekenen zijn, wordt er in hun brein een diepere connectie gemaakt: hun beide hersenhelften werken intensief samen. Daardoor wordt de informatie doorgezet naar het langetermijngeheugen.
- Pionnen memory
Je kunt natuurlijk ‘gewoon’ memory aan tafel spelen maar je kunt ook m.b.v. pionnen een uitdagendere variant maken waarbij je leerlingen een afstand moeten afleggen. Zet aan de ene kant een aantal pionnen neer met daaronder kaartjes waarop de namen van water staan geschreven en aan de andere kant pionnen met landen die daarbij horen.
Uitdaging: als je de Rijn als voorbeeld neemt gaat dat water door meerdere landen, je kunt dan aangeven dat de Rijn bij meerdere landen hoort (andere opties: je legt de Rijn meerdere keren neer of kiest er juist voor om deze weg te laten).
- Memodrie
Als variatie op memory bestaat er ook memodrie. Dit is een versie waarbij je setjes van drie dient te maken. Een voorbeeld hiervoor kan zijn: een land met de hoofdstad en de vlag.
- Mikken of meppen
1 provincies
Is bij uitstek ook een geweldig leuke activiteit waarbij je leerlingen met een bal of vliegenmepper kaartjes op de muur of het raam kunnen raken waarop dan provincies of landen staan. Als ze zo’n kaart geraakt hebben, benoemen ze de hoofdstad (extra optie: en schrijven die op een wisbordje op).
2 woordenschat
Ben je aan het werk over het thema zoals plastic soep? Dan kun je daarvan ook begrippen en hun betekenis inzetten om op deze manier te oefenen met je leerlingen.
- Puzzelen
1 provincies
Leg op de grond kaartjes met de contouren van de provincies en laat je leerlingen de kaartjes met plaatsnamen en wateren neerleggen bij de juiste provincies of landen. Uitdaging: zorg voor meerdere woordkaartjes per provincie zodat de leerlingen ook moeten puzzelen wáár de plaatsen en/ of wateren horen te liggen binnen de provincie.
2 planeten
Leg afbeeldingen van de planeten neer en laat je leerlingen het zonnestelsel in elkaar puzzelen en laat als deze in de goede volgorde liggen daar dan ook de namen van de planeten en eventuele manen bij leggen.
Dit was deel 1 uit de blogreeks van 3. Deel 2 over geschiedenis vind je HIER.