BLOG: Schaduwonderwijs... Ik vind het een vervelend woord.</p>
<p>RT praktijk Inzicht

Begrijpend lezen is bij uitstek niet het eerste vak waar je aan denkt als je met bewegend leren aan de slag wilt. Als je startend bent met het bewegend leren, wil ik je aanraden eerst een categorie of regel van spelling uit te proberen of een sub onderwerp van rekenen waar je leerlingen mee bezig zijn.

Als je dit al regelmatig hebt ingezet zoals de meeste lezers van deze tweewekelijkse inzichten, raad ik je aan om jezelf eens uit te dagen. Maak dan de transfer naar andere vakken zoals begrijpend lezen en zaakvakken. Over de zaakvakken vertel ik je over 2 weken graag meer. Dit keer ligt de aandacht op begrijpend lezen.

Waar het in de basis om draait

Het kan lastig zijn om uit al je verzamelde ideeën een keuze te maken. Zorg dat je helder voor ogen hebt dat begrijpend lezen een iets andere aanpak nodig heeft dan spelling of rekenen. Bij begrijpend lezen ben je met een hele tekst bezig en zullen je leerlingen ook echt de tekst in moeten duiken. Een estafettevorm of met z’n dertigen buiten rennen is dus ook niet waar je direct mee te maken zult hebben. Zolang je leerlingen maar actief bezig zijn met het lezen, verwerken van de tekst waarbij meerdere zintuigen worden ingezet én het voor je leerlingen afwijkt van je ‘standaard’ begrijpend lezen les zal de hypocampus het brein triggeren om deze leerstof op te slaan als nieuwe stof. 

Automatiseren

Er zijn onderdelen van begrijpend lezen die ook geautomatiseerd dienen te worden. Denk aan woordenschat begrippen, signaalwoorden, verwijswoorden, synoniemen, homoniemen en antoniemen (ja, taal en begrijpend lezen is soms lastig uit elkaar te trekken). Voor dit soort onderdelen kun je redelijk dezelfde werkvormen inzetten zoals je die ook bij rekenen of spelling gebruikt. Denk aan sorteren per tekstverband als het gaat om signaalwoorden. Setjes zoeken van tegenstellingen in een tekst, synoniemen en woordenschat begrippen met hun betekeniszinnen. 

Anders dan anders aanpak

De anders dan anders aanpak m.b.t. begrijpend lezen teksten zorgt er dus voor dat het brein de informatie beter opslaat. Je kunt aan de slag met de structuur van de tekst (inleiding, kern en slot, alinea’s en tussenkopjes). Hierbij zul je niet je leerlingen laten rennen maar bijvoorbeeld op de grond op handen en knieën een tekst op volgorde laten puzzelen. Ze moeten scannend lezen en de structuur van de tekst herkennen en weer opnieuw bouwen tot een tekst doordat jij bijvoorbeeld de opdracht geeft:

  • Leg de losgeknipte alinea’s in de goede volgorde
  • Zoek het juiste kopje boven elke alinea
  • Laat zien wat de inleiding, de kern en het slot van de tekst is
  • Zoek de eerste zin van de alinea (en maak hem weer kloppend).

Vragen 

De grote vraag is altijd bij begrijpend lezen: wat is je doel? Dit onderdeel in je lesrooster is zo divers dus vraag je per les af: waar ligt dit keer de focus voor mijn leerlingen? Wil je je leerlingen laten werken met bovenstaande onderdelen? Dan ben je echt met de structuur bezig of met het herkennen van de te automatiseren onderdelen. Moeten je leerlingen vragen bedenken of beantwoorden bij een tekst? Dan zijn ze al gauw heel anders een tekst aan het bekijken en lezen. Sowieso is het wijs om je af te vragen of het zinvol is dat je leerlingen altijd maar vragen beantwoorden bij een tekst. Dit doen we eigenlijk voornamelijk omdat we merken dat leerlingen bij de halfjaarlijkse toetsen anders struikelen over de soorten vragen die er gesteld zijn en dat ze die lastig kunnen beantwoorden.

Wat doet er daadwerkelijk toe?

Nuttig is het om je leerlingen zelf eens vragen te laten stellen bij een tekst. Welke vraagwoorden kunnen ze gebruiken, hoe sterk is de vraag die ze dan stellen en kan een medeleerling het antwoord wel echt in de tekst vinden? Zijn je leerlingen alert op verwijswoorden, signaalwoorden en tekstverbanden? Is dat nodig of draait het nog steeds allemaal om het begrijpen van de tekst?

Vraag je dus wekelijks af wat er écht toe doet: leesbegrip en kunnen samenvatten of de tekst kapot analyseren. Natuurlijk moeten ze wel weten wat al die onderdelen zijn maar lees jij elk krantenartikel of roman als speurneus op zoek naar signaalwoorden of tekstverbanden? Of kun je aangeven wat het doel is van de schrijver, waar het over ging en kun je daar lessen uit leren?