BLOG: Je bent nooit te oud om te leren</p>
<p>scholingen

Bewegend leren is hip, hot and happening in onderwijsland. Daar ben ik blij mee zolang het goed wordt ingezet. Als je mij al langer kent en volgt, dan weet je dat ik vind dat je het leerdoel voorop moet stellen. De activiteit is slechts een middel om het doel te behalen. Ik vind het niet goed dat je bewegend leren inzet om je lessen op te leuken. Daar is het ook niet voor in het leven geroepen.

Noodzaak
Bewegend leren is als het ware uit nood ontstaan, omdat leerlingen tegenwoordig te weinig bewegen. Op jonge leeftijd meer en meer al het label ‘obese’ krijgen én zowat alleen maar op een schermpjes zitten te turen.

Structureel
Fit en vaardig heeft een aantal jaar geleden de opdracht vanuit de overheid gekregen om onderzoek te doen naar het effect van bewegen tijdens het leren (ik zal je er in de training ‘Inzicht in bewegend leren’ meer over vertellen), daarbij werd er dagelijks tijdens spelling, lezen en rekenen 3x per week actief bewogen. Denk hierbij aan joggen op de plaats tijdens het letters flitsen in de onderbouw.

Het heeft dus ook alleen maar zin als je structureel bewegend leren inzet. Dus maak het je eigen. Vind je dat moeilijk? Dan kan ik je daarbij helpen met de training ‘Inzicht in bewegend leren’ (wist je dat je daar je scholingsbudget voor in kunt zetten?). 

Het schrijven gaat belabberd
Je hebt het vast zelf ook al geconstateerd: de leerlingen van nu schrijven nog amper en als ze dat al doen, dan is het niet om over naar huis te schrijven.

Uitzonderingen daargelaten, want er zijn nog steeds leerlingen die het leuk vinden en er zich voor blijven inzetten. Maar zo’n 85-90% van de leerlingen die ik wekelijks zie op school én in mijn eigen praktijk, schrijft echt belabberd. Ik praat nog niet eens over de inhoud, maar puur en alleen over het handschrift, de pengreep en de schrijfhouding. Vanuit het tijdperk ‘voor corona’ is weinig meer zichtbaar.

Pijn aan de ogen
Hoe kijk je er tegen aan? Er staan hoofdletters middenin een woord, er wordt los en vast door elkaar geschreven in de middenbouw. Na één zin schrijven hebben ze al zere vingers of handen of zijn ze moe omdat het ze zoveel energie kost. Herkenbaar?

Stereotype
Bij bewegend leren wordt vaak gedacht aan rennen met z’n dertigen op een schoolplein tijdens spelling of rekenen. Maar heb je er wel eens aan gedacht dat bewegend leren ook voor de fijne motoriek ingezet kan worden? Ook dát is bewegend leren.

Zie je het voor je?
Hoe zou het voor jouw leerlingen zijn als je je eens gaat richten op de fijnere motoriek tijdens de inzet van deze activiteiten? Wel afgewisseld met veel gekruiste grove motoriek bewegingen (zoals voor de algehele motoriek, het evenwicht, de proprioceptie= weten waar je leerling zich met zijn/haar lichaam bevindt in de ruimte, oog-handcoördinatie en vice versa). Met gerichte activiteiten voor de fijne motoriek kun je de soepelheid van de spieren in de handen stimuleren, de pengreep verbeteren en de kracht in de vingers vergroten.

Wat het oplevert:

  • Leerlingen die actiever in de les zitten. Tijdens het schrijven van hun opdrachten hangen ze nauwelijks meer, door een verbeterd evenwicht van de romp (stabiliteit).
  • Betere oog-handcoördinatie. Waardoor leerlingen makkelijker aantekeningen van het bord overnemen, woorden of sommen uit hun boek kloppend in hun schrift noteren.
  • Het schrijven en nauwkeurig noteren kost ze minder energie.
  • Die energie kunnen ze dan stoppen in het nadenken over de juiste grammatica, spelling óf het controleren van een uitgerekende som op kladpapier.
  • Zelfvertrouwen
  • Positieve leerlingen
  • Een leesbaar handschrift
    Wat wil je nou nog meer?

Voorbeelden
Nu snap ik dat je dat niet direct voor je ziet. Daarom hier een paar voorbeelden.

doel: de juiste pengreep hanteren (tussen duim en wijsvinger)
– Maak een getallenlijn van chenille draad en rijg er één of meerdere kralen aan. Met de duim en wijsvinger kunnen je leerlingen de kralen op de gewenste afstand zetten.
– Maak een sorteer opdracht voor spelling met woordkaartjes die als propje in een bakje zitten. De leerlingen pakken met een pincet een woordkaartje op en bewegen met het propje in de pincet naar de hoepels verderop waar ze het propje mogen openvouwen en in de juiste hoepel mogen leggen (per categorie of spellingregel).
De pincet nemen ze mee terug en leggen die weer bij het bakje.

doel: stimuleren van spieren in de handen
– Geef je leerlingen een stukje plakbuddy/ kneedgum/ theraputty in hun handen terwijl ze al knedend, lopend langs somkaartjes bewegen. Mondeling geven zijn de antwoorden door aan de duo waarmee ze werken, zodat die als controleur fungeert voor (het inslijpen van) de goede antwoorden.

Delen = kans maken
Kun jij er nog meer bedenken? Gaaf als je dat met mij deelt. Onder de inzendingen verloot ik een INZICHT sessie ter waarde van €25,- De winnende inzending krijgt persoonlijk bericht. Als dit inzicht je de ogen geopend heeft, hoor ik dit graag. Tof als je aangeeft wat jou aanspreekt en ook dan maak je kans op een INZICHT sessie.