Als ik met onderwijsprofessionals in gesprek ga over bewegend leren, dan hoor ik vaak: ja wij willen bewegend leren alleen inzetten voor het vakgebied rekenen.
Dat is een keuze die zij gemaakt hebben, echter blijkt vaak dat die keuze (nog) niet doordacht is.
Dus ik heb dan natuurlijk altijd een paar doorvraag-vragen achter de hand.
Als het gaat om professionals (die starten met het integreren van bewegend leren in hun lesactiviteiten) dan is het een logische reden, dat je één vakgebied tegelijk gaat aanpakken, want het kan best overweldigend zijn waardoor ze het niet goed van de grond krijgen. Dat is zonde!
Mijn tip aan jou: doe liever één vakgebied goed dan twee of meer met halve aandacht, kracht en inspiratie.
Fixed mindset
Toch werk ik vaak met professionals die al bezig zijn met bewegend leren en om zich heen wel zien dat anderen bewegend leren ook inzetten bij andere vakgebieden maar zelf lukt het hen (nog) niet. In de nascholingen en trainingen die ik verzorg zie ik tijdens de ervaringscircuits wie er in een vastgeroeste denkwijze zitten, oftewel, de fixed mindset. De gedachten die zij hebben omtrent bewegend leren zijn over het algemeen voorzien van beren op hun weg. Als er een activiteit in het circuit klaar ligt voor rekenen tot 100 vinden deze professionals het moeilijk om die activiteit om te buigen naar een vergelijkbare activiteit voor spelling, lezen of woordenschat. Herken jij dat ook? Als je nog niet zoveel doet met bewegend leren hoeft dat je niet te belemmeren maar heb je nog inzichten nodig die je helpen om in je dagelijkse werk de activiteiten zo om te turnen dat je het ook voor andere doeleinden kunt inzetten. Dat is wel zo effectief. Meer leren? Kijk dan eens HIER
Do’s:
kies voor één vakgebied als je:
- net begint met het toepassen van bewegend leren in je dagelijkse praktijk
- eerst verschillende werkvormen en activiteiten wilt toepassen
- dit weloverwogen besluit met bijvoorbeeld je hele schoolteam
Speerpunt
Veel scholen kiezen er naar aanleiding van de cito analyses van februari voor om rekenen meer aandacht te geven (ook los van bewegend leren). Ze zien dat leerlingen in de midden- en bovenbouw achter blijven in het automatiseren van sommen tot 20, 100 en de (deel)tafels. Dat scholen dan gericht activiteiten in willen zetten die schoolbreed regelmatig terugkeren, is voor de hand liggend. Daar zal dan de focus naar uitgaan omdat ze daar doelbewust voor gekozen hebben.
Bewegend leren past dan goed in dat plaatje want doordat je meerdere hersengebieden van je leerlingen aanspreekt door beweging in te voeren in de rekenles, landt de nieuwe lesstof (of het reeds aangeleerde wat geautomatiseerd dient te worden) beter in het geheugen. Hierdoor is het in situaties buiten de rekenles makkelijker op te roepen. Hang je er ook nog een positieve emotie aan (is de activiteit dus leuk en prikkelend voor de leerling?), dan wordt de aangeboden leerstof ook nog eens direct overgezet naar het lange termijn geheugen.
Don’ts:
kies NIET voor één vakgebied als je:
- eerst één werkvorm/ activiteit wilt doorvoeren in je dagelijkse praktijk
- bewegend leren al wekelijks/ dagelijks inzet
- je werkdruk zo laag mogelijk wilt houden
Ook dat komt er nog bij
Veel professionals zien bewegend leren als iets wat er nog ‘bij’ komt in het dagelijkse programma. dat is een fixed mindset gedachte. Hierdoor ervaren ze het als extra werkdruk verzwaring. Hoe is dat voor jou?
Als je slim bent, zoek je naar mogelijkheden waarbij je een activiteit, die je met je leerlingen op meerdere vakgebieden kunt doorvoeren. In plaats van een activiteit die je voorheen deed (zoals 10 sommen dicteren en laten uitrekenen in een schriftje bij de automatiseer opdracht uit de methode).
Een voorbeeld:
meppen met een vliegenmepper. In mijn praktijk een activiteit met een gouden randje! Simpel en zeer effectief voor automatiseren. Stel… je wilt je leerlingen laten oefenen met het herkennen van spellingsregels en categorieën in een woord. Leg dan woordkaartjes neer en laat een leerling een categorie noemen. De ander mept dan op een categoriewoord (en eventueel een bijbehorend plaatje). Voor rekenen kun je dit simpel veranderen door er (deel)tafel kaartjes neer te leggen. Vaak hoef je de kaartjes niet eens zelf te maken want wellicht heb je die al in de klas of heeft een webshop wel wat je zoekt.
Niet langer zelf het wiel uitvinden?
Zorg dan dat je een plekje reserveert op 18 mei voor de training: Beweeg en leer- tijd voor actie in de praktijk. Ik ga dan samen met jou (en maximaal drie anderen) langs de theorie, je gaat bewegend leren ZELF ervaren en we werken aan lesdoelen voor jouw leerlingen zodat je daarna direct aan de slag kunt om jouw leerlingen in beweging te zetten.