Verhaaltjessommen zijn voor een hoop kinderen verschrikkelijk lastig. Vanaf de kleuters worden verhaaltjessommen aangeboden en getoetst.
Wat is er nu zo lastig aan verhaaltjessommen?

Voor zwakke lezers (eind groep 4 en hoger) kan bij verhaaltjessommen de moed al in de schoenen zakken want tot en met midden groep 4 worden de verhaaltjessommen op de toetsen nog voorgelezen, daarna zijn ze op zichzelf aangewezen. Voor beelddenkers is het lastig om een plaatje erbij te bedenken tijdens het lezen. Overzicht bewaren is dus heel belangrijk hierbij.

Misleidend 
Er staat soms informatie in om kinderen af te leiden. Ze weten niet welke informatie dan wel bruikbaar is of welke som zij moeten uitrekenen. Kortom: ze raken al in de stress voor ze goed en wel begonnen zijn.
Om een indruk te geven zie het voorbeeld hieronder:

Abel koopt 9 trossen bananen. Aan iedere tros zitten 4 bananen. Verder koopt hij 3 appels, 6 mandarijnen en 2 sinaasappels? Hoeveel bananen heeft hij gekocht?

Je ziet in het voorbeeld hierboven dat het alleen om de bananen gaat en de rest dus misleidende informatie is.
Kinderen die moeite hebben met overzicht bewaren of begrijpen wat de vraag is, zullen denken dat ze met alle fruitsoorten moeten gaan rekenen of vergeten dat trossen iets anders is dan 1 losse banaan.

Tip 1: markeren
Wat helpt is om de toets (op papier) te bekijken en eerst aan te geven of het een makkelijke, moeilijke of een beetje moeilijke opgave is, door bijvoorbeeld in de kantlijn met een groene, rode en oranje kleur dit te markeren.

Groen= makkelijk
Oranje= te doen maar kost wat moeite
Rood= lastig en kost tijd

Zo kan een kind beginnen met sommen die het wel weet en na deze succeservaringen lukken de wat moeilijkere ook vaak goed. Dan de moeilijke tot het laatste bewaren leidt tot zo min mogelijk tijdverlies. Waardoor er over het algemeen meer en goed gemaakt wordt.

Tip 2: Overzicht behouden
Maar dan, uit een verhaaltje de som halen is nog niet zo eenvoudig.
Nog een handige tip is dan ook om eerste alle rekenkundige informatie* te onderstrepen met potlood én de te beantwoorden vraag.

Zo weten ze na deze stap al gauw welke informatie ze nodig hebben om de vraag op te lossen.
Nu is het een kwestie van de juiste som op de juiste manier uitrekenen.

Bij mij in de begeleiding maak ik gebruik van kale sommen** waarbij kinderen een verhaaltje moeten bedenken of kies ik een foto waarbij ze een rekenvraag moeten bedenken.
Zo train ik ze om rekenkundige taal te gebruiken en te herkennen.
Door daarna te controleren of hun verhaaltje bij de som past gaan we met het verhaaltje aan de slag en passen we bovenstaande stappen toe. Als het verhaaltje klopt dan komt de som waarbij ze het verhaaltje moesten maken er weer uit.

Bij een foto een rekenvraag bedenken gaat het ook om het trainen van het gebruik en bekend worden met rekenkundige taal. Hierbij gaan we in eerste instantie geen sommen uitrekenen maar kunnen we wel bedenken en vertellen waarom het over dit soort sommen zou moeten gaan. Op het eind kunnen we altijd nog zo’n som bedenken en dan oplossen. Zo wordt ook geoefend met de vraagstellingen die in de verhaaltjessommen van de rekenmethode of CITOtoetsen voorkomen.

* denk hierbij aan begrippen zoals erbij, samen evenveel, verdelen, afstand, hoe lang enz.
** dit zijn de sommen zonder poespas zoals: 4+3, 6:2 enz.

Was dit blog met tips van meerwaarde?
Graag hoor ik wat je er van vond

Jouw kind ook meer inzicht bieden op het gebied van verhaaltjessommen?
[otw_shortcode_button href=”https://rtpraktijk-inzicht.nl/contact/” size=”medium” icon_type=”general foundicon-right-arrow” icon_position=”left” shape=”round” color_class=”otw-greenish”]contact[/otw_shortcode_button]