Heb je dat ook wel eens? Dat er gevraagd wordt: pap/mam/juf/meester “Wat betekent dat? Dat vind ik een moeilijk woord.”
En je je dan bedenkt dat je het moeilijke woord niet zo 1,2,3 uit kan leggen.

Nu ik ook in groep 6 sta, vliegen de moeilijke woorden ons soms om de oren.
We hebben een moeilijke woorden-deur gemaakt waarop we de moeilijke woorden schrijven die we niet zo 1,2,3 kunnen uitleggen op dat moment.


bron? via Pinterest als voorbeeld hoe een moeilijke woorden-deur eruit kan zien.

Dat kan zijn naar aanleiding van een leesboek waaruit een kind leest, een spelling les met bijvoorbeeld 20 categorie woorden bij een bepaalde spellingregel. Waarbij niet alles in 1x blijft hangen. Óf ze komen de betekenis van moeilijke woorden vragen op een moment dat het niet uitkomt.
Dan ‘parkeren’ we zo’n woord op de ‘moeilijke woorden-deur’ en op een geschikt moment bespreken we ze in de groep zodat we er allemaal wat van leren.

Zelfstandig naamwoorden kun je nog laten zien met een plaatje en er wat informatie over geven. Bij andere woorden wordt dat al lastiger omdat we die nauwelijks meer gebruiken in het dagelijks taalgebruik of het is een woord ter verduidelijking van een situatie die nieuw is voor kinderen.

Het woord toendra of sneeuwhoen is dus nog op te zoeken op google (want wie zoekt er nog massaal een plaat op in de encyclopedie?)


bron: google afbeeldingen

Vaak kun je nog proberen in de context van een verhaal te achterhalen of een woord in stukjes delen en kijken of er stukjes in het woord zitten die je wél weet zoals:

  • Rauwkost: rauw =niet gekookt en kost= eten dus, het heeft met eten te maken dat niet is gekookt.
  • Nabij: na= achter en bij= in de buurt van, dus dit gaat over waar iets te vinden is.

Woorden zoals: gering, gebrek, aanleiding en kalveren kun je niet ontrafelen of zetten je op het verkeerde been als je dat doet.

Voor kinderen dus heel fijn als ze (wanneer ze de bovengenoemde stappen hebben gedaan en het niet weten) het aan iemand kunnen vragen die het zou kunnen weten. Zo niet, dan kun je het beter opzoeken in een woordenboek.
TIP: Als je het woordenboek aan het kind geeft moet je wel even checken of ze die al kunnen hanteren 😉

Maar dan… dan is het wel handig als het kind die moeilijke woorden ook leert onthouden.
Hoe kun je dat dan aanbieden? Hieronder drie tips.

  1. Je kunt bijvoorbeeld voorstellen ze op te schrijven in een notitieboekje wat je ‘Mijn moeilijke woordenboek’ kunt noemen. Je laat ze dan het woord met de betekenis erbij schrijven. Hierin kunnen ze dan herhaaldelijk terug kijken waardoor ze de moeilijke woorden herhaald lezen met de betekenis en deze uiteindelijk in hun lange termijn geheugen wordt overgeplaatst. Als ze de moeilijke woorden eenmaal weten kunnen ze er een krul of sticker bij zetten.
  2. Je spreekt af de moeilijke woorden te gebruiken in jullie dagelijkse taal en maakt er een spelletje van: check hoe vaak je een moeilijk woord gebruikt of hoeveel moeilijke woorden je per dag kunt benoemen en turf dit. Onderling kun je er dan nog een wedstrijdelement aan toevoegen voor de fanatiekelingen onder ons.
  3. Je laat bij het moeilijke woord en de betekenis ervan het kind zich een beeld vormen in zijn of haar gedachten. Ze gaan dan als het ware een filmpje of foto in hun hoofd opslaan bij deze moeilijke woorden en wanneer ze het tegen komen in een tekst of gesprek kunnen zij dit oproepen.
    Deze handeling (foto of filmpje in je hoofd maken) is een goede oefening om ook te checken of je begrijpt wat je hebt gelezen in je tekst maar daar vertel ik je graag een andere keer weer wat over.

Meer tips voor woordenschat? Zorg dat je mijn RT pagina op Facebook volgt zodat je op ‘woordenschat-woensdag’ geen tips mist die ik dan plaats. Een voorbeeld van zo’n spel rondom spelling en woordenschat vind je HIER.